vrijdag, november 24, 2006

Yassin's moeder

De half Nederlands half Marokkaanse Yassin (4) in de speelkamer van zijn kleuterschooltje te Rabat.

Twee jaar geleden hakten de Nederlandse moslima Wendy (31) en haar Marokkaans-Nederlandse man de knoop door: ze besloten naar Marokko te verhuizen, verkochten hun bedrijfje en bereidden zich voor op de grote stap. Maar terwijl Wendy tijdens een oriëntatie reis in Rabat een baan kreeg aangeboden, strandde haar huwelijk. Toch nam ze de nieuwe baan aan. Ze liet haar ex-man in Nederland achter en vestigde zich met haar zoontje Yassin in Rabat.

Marokkanen hier moderner
‘Ik had zin in die nieuwe baan. Bedacht, impulsief als ik ben, dat ik het wel in Marokko wilde proberen. Het leek me bovendien fijn om mijn scheiding in het buitenland te verwerken. De ouders van mijn ex-man begrepen er niets van. Waarom wilde ik mij als Nederlandse en als gescheiden vrouw in Marokko vestigen? Het traditionele denkpatroon van het Marokkaanse platteland waar zij oorspronkelijk vandaan komen, zit er bij deze Nederlandse Marokkanen nog helemaal in. Hun naar de stad getrokken familie in Rabat denkt veel moderner. Tussen de jongere neef Younes van mijn ex-man bloeit hier een mooie relatie op. We wonen in hetzelfde appartement en zijn ouders accepteren dat (ongetrouwd samenwonen is officieel verboden in Marokko). Younes heeft geen enkele opleiding afgerond en zou hooguit een baantje kunnen vinden dat zo’n 100 euro per maand oplevert. Dus ben ik kostwinner . Dat hij in ruil daarvoor zogenaamd ‘niet mannelijke’ dingen doet als koken, schoonmaken of mij helpen met mijn zoontje, vinden zijn ouders niet meer dan normaal.’

Meer acceptatie
‘Toen ik in Rabat kwam wonen was ik erg enthousiast over de Marokkaanse cultuur. Mensen zijn open en gastvrij, en vooral zoveel ‘makkelijker’ dan in Nederland. Bij de familie van Younes en vrienden kan ik op elk moment van de dag aankloppen. Ze zijn altijd bereid op m’n zoontje te passen. In Nederland is dat anders, daar wijken mensen niet zomaar van hun planning af. Hier komt het leven zoals het komt. Er is veel meer acceptatie. Alles gebeurt op straat. De mensen leven echt met elkaar, hebben ook veel voor je over. Toen ik laatst met hoge koorts thuis lag, bood de vader van Younes me aan mij naar het ziekenhuis te brengen. Hij had net zijn salaris van 2000 dirham (190 euro) binnen en wilde daarmee mijn behandeling betalen. Dat was natuurlijk niet nodig, ik ben verzekerd. Maar het gebaar was zo mooi.’

Teleurstelling
‘Toch brengt Marokko ook teleurstellingen. Bij veel contacten beginnen mensen vroeg of laat over een visum of Europa. Het geeft je het gevoel dat ze iets van je willen. De grootste problematiek hier is dat mensen zo weinig perspectief hebben. Ze willen weg, naar Europa of Amerika, denken dat het daar geweldig is. Dat zien ze in mij.

‘Ik mis de Nederlandse directheid. Marokkanen liegen makkelijker, ook omdat ze denken daar juist goed mee te doen. Vaak vloeit het voort uit schaamte. Wij denken: ‘je liegt, wat erg!’. Zij denken: ‘dat kan ik toch niet zomaar zeggen! Dan zou ik geen respect voor haar hebben.’ Ook de Nederlandse wereldse instelling mis ik, de internationale interesse. Hier leven ze echt louter in Marokko. Op de journaals draait veel om de koning.’

Aanpassen versus omslaan
‘Ik ben 100% Nederlands, maar mijn zoontje is ook deels Marokkaan. Ik wil dat hij dat beseft. Vooral wil ik dat hij wereldlijk wordt, accepteert dat mensen verschillend zijn. Ik pas me hier in Marokko aan. Omdat ik het leuk vind, van de cultuur wil proeven. Die cultuur is ook onderdeel van mij geworden. Maar dat ik niet volledig wil omslaan, begrijpt mijn Marokkaanse omgeving niet altijd. Zij verwachten dat je een keuze maakt. Dat hoeft van mij niet. Ik wil ook niet dat mijn kind kiest tussen of de Nederlandse of de Marokkaanse cultuur. Nee, ik wil dat hij eruit pikt wat hij mooi vindt.

Marokkaanse bruiloften vind ik prachtig, kan er helemaal in opgaan. Tegelijkertijd wil ik dat het eten om zes uur op tafel staat en mijn kind om half acht in bed ligt. Dat vinden de Marokkanen maar raar. Ze zijn helemaal verbaasd als ze ’s avonds om negen uur bij mij aankloppen en merken dat Yassin al slaapt. Bij hun thuis blijven de kinderen gewoon op tot ze in slaap vallen, misschien dat ze dan eens naar bed worden gebracht. Aan voorlezen doen ze niet. Ze zijn veel minder bewust bezig met het leerproces van hun kind.’

islam
‘Ik was 21 toen ik in Nederland mijn ex-man leerde kennen. De islam hoorde bij hem en daarom wilde ik er meer over weten. Ik verdiepte me erin en ontdekte aspecten die bij mij pasten. Ben altijd een heel druk persoon geweest. De Islam geeft me rust, wat joga voor een ander doet. Het geeft houvast en antwoorden op vragen. Ik haal eruit wat ik belangrijk vind, waar ik de logica van in zie. Marokkanen zijn vaak heel zwart-wit met het geloof opgevoed. Met regels: dat moet en dat mag niet. Dan vertelde ik bij vrienden AH-kip te hebben gegeten. Vonden zij niet kunnen, want het vlees was niet ‘halal’. Daar bracht ik tegen in dat het veel erger is je gastheer te beledigen door niet te eten wat hij je voorschotelt. We vroegen het na bij een imam en die gaf mij gelijk. Ik begreep ook maar weinig van al die Nederlandse meiden die direct na hun bekering een hoofddoek gingen dragen, maar bijvoorbeeld niet bidden. Terwijl het bidden één van de vijf zuilen is waar de Islam op rust. Die hoofddoek is belangrijk in het geloof maar maakt je nog geen moslima.’

Terug naar Nederland
‘Ja, ik wil terug naar Nederland. Ben er toch wel achter gekomen dat ik hier financieel en qua carrière weinig kan opbouwen. Nu verdien ik redelijk naar Marokkaanse maatstaven, maar in NL stelt dit salaris niets voor. Ik kan me hier geen huis met tuin veroorloven, terwijl Yassin toch echt een buitenkind is. Ik moet aan zijn toekomst denken en ik kan hem op deze manier niet bieden wat ik in gedachten heb.’

dinsdag, november 07, 2006





Medina van Fez, zaterdag 4 november 2006.

Marokko: fatalisme onder goedopgeleide jongeren.

Zonder connecties ben je nergens’. Of lijkt dat maar zo?

Volgens cijfers van de Marokkaanse overheid is 45% van de goedopgeleide stedelingen onder de 35 werkloos, een percentage dat ruim vier keer zo hoog ligt als het landelijke gemiddelde van 10.8%. De situatie is nog grimmiger voor opgeleide jongeren uit de arme volkswijken. Ze voelen zich buitengesloten van een systeem waar wie je kent, bepaalt wie je bent. Vaak richten ze hun pijlen louter op de overheid, terwijl die juist bezig is af te slanken. De particuliere sector moet de nieuwe banen genereren om de toestroom van jongeren op de arbeidsmarkt aan te kunnen. Socioloog en econoom Driss Guerreoui: ‘Jongeren moeten anders gaan denken. We hebben ondernemers nodig. De school, de familie, de politiek, ze moeten Marokko klaarstomen voor het nemen van risico.’

Leila, 31, loopt op haar sloffen door het appartement van haar ouders, gelegen aan de rand van één van de armere volkswijken van Rabat. Het is zaterdag, haar vrije dag. De rest van de week werkt ze voor 1800 dirham (170 euro) per maand 12 uur per dag als beveiliger bij een hotel in Rabat. Buiten is het stralend weer, maar Leila’s sombere verhaal doet je dat snel vergeten. Na het behalen van haar bachelordiploma rechten, solliciteerde ze vier jaar lang tevergeefs, waarna ze maar weer besloot verder te studeren. Ook met haar masters bedrijfskunde op zak vond ze geen baan op niveau. ‘Mijn vader deed alles om me te helpen, gaf zelfs smeergeld. Maar hij kende niet de juiste mensen. Het was weggegooid geld. Zo werkt het in Marokko, zonder connecties ben je nergens’.

Driss Guerreoui: ‘de veronderstelling dat je nauwelijks kansen hebt als je niet over een goed netwerk van relaties of genoeg smeergeld beschikt, zit diepgeworteld in de mentaliteit.’ Bepaalt dit patronagesysteem dan niet voor een belangrijk deel nog de verhoudingen in Marokko? ‘Die kant bestaat, maar er is ook een andere werkelijkheid die jongeren weigeren te zien: de opkomst van een bruisende particuliere sector van ondernemers die de wet respecteren.’

Ook Leila blijkt haar banenzoektocht vier jaar lang louter op de overheid te hebben gericht: ‘werken bij het rijk geeft zekerheid, een pensioen, maar vooral ook prestige. Dan kan je als aanspreekpunt voor je omgeving fungeren, zaken voor je familie en vrienden regelen.’ Het patronagesysteem waar ze zich slachtoffer van voelt, lokt tegelijkertijd.

Guerreoui vertelt hoe hij namens de regering onderhandelde met de ‘gediplomeerde werklozen’, zoals de groep werklozen jongeren zich noemt die tot voor kort bijna dagelijks voor de hekken van het parlement protesteerde. Volgens hem eiste de meerderheid een baan bij de overheid. ‘Het heeft vier jaar onderhandelen gekost om hen duidelijk te maken dat de oplossing van hun situatie niet ligt bij het scheppen van meer overheidsbanen, maar bij het creëren van meer ondernemingszin’. 4 september kwam het dan eindelijk tot een akkoord tussen de regering en de actievoerders. De belofte binnen een jaar een groep van 865 gediplomeerde werklozen aan een baan bij de overheid te helpen heeft daar zeker aan bijgedragen. Maar daarnaast is ook afgesproken meer programma’s te ontwikkelen om de ondernemingszin onder jongeren te stimuleren.

Het in juli gelanceerde Moukawalati programma past in dat streven. Het biedt jongeren met een baccalaureat diploma of meer op zak, financiering en begeleiding bij de opzet van een klein bedrijf. Stuwende kracht achter dit initiatief is Koning Mohammed VI die met zijn initiatief voor de ontwikkeling van de mens, de armoede, werkloosheid en sociale uitsluiting in Marokko wil aanpakken.

Souad, 34, afgestudeerd accountant, behoort tot de eerste groep geselecteerden die in Rabat meedoet aan het programma. Ze vertelt hoe ze altijd al een eigen bedrijfje wilde beginnen, maar op moest boksen tegen de druk van haar ouders, die haar het liefst zagen werken bij de overheid; ‘in hun optiek de juiste werkomgeving voor een net meisje. Ze waren bang dat ik me in het bedrijfsleven met te veel mensen van verschillende pluimage zou inlaten’. Op haar 31ste kon ze bij een nichtje intrekken en haar ouderlijk huis verlaten. ‘Ik heb me van mijn familie, met hun achterhaalde ideeën, moeten los worstelen om mijn eigen dromen te kunnen najagen.’

Souad wil goedkoop cement gaan vervaardigen in het kader van de vele bouwprojecten om mensen uit sloppenwijken betere woningen te bieden. Ook dertiger Abdelkarim kiest voor de bouw. Hij wil zijn ervaring als technicien inzetten voor de opzet van een bedrijfje met koperslagers, elektriciens en loodgieters: ‘ik heb een groep van 10 werkloze jongeren uit mijn volkswijk opgetrommeld die staat te trappelen om met mij aan de slag te gaan.’ Souad en Abdelkarim zijn beide verguld met hun selectie in het Moukawalati programma . Abdelkarim: ‘Ik wil een voorbeeld zijn voor mijn buurtgenoten, de jeugd de boodschap meegeven dat ze vertrouwen moet hebben in zichzelf, meer op de lange termijn moet denken, en vooral positief moet blijven.’

Het zijn opbeurende woorden, maar feit blijft dat Marokko kampt met een generatie jongeren, zeventig procent van de bevolking is jonger dan 35, die maar moeilijk aan werk kan komen. Professor Noureddine El Aoufi, verbonden aan de universiteit van Rabat, deed onderzoek naar de oorzaken hiervan. ‘Die zijn complex en uiteenlopend’, zo legt hij uit. ‘Het onderwijssysteem moet beter toegespitst worden op de behoeften van de markt.’ Vooral in het staatsonderwijs, traditioneel meer gericht op uit het hoofd leren, zouden studenten niet de juiste competenties ontwikkelen, zoals creatief denken, essentieel voor ondernemen. Hervormingen zijn drie jaar geleden in gang gezet om het onderwijssysteem beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en internationale normen.

Dan is er de mentaliteit van de jongeren zelf: ‘ze moeten actiever zoeken, zich flexibeler opstellen, en niet verwachten dat de staat hen wel een baan geeft’. Dat er fatalisme onder veel jongeren heerst, kan El Aoufi wel plaatsen. ‘Je sociale achtergrond bepaalt voor een belangrijk deel je kansen in Marokko’. Zo vinden volgens hem jongeren die geschoold zijn aan de dure privé scholen of over een goed netwerk beschikken ongetwijfeld makkelijker een baan dan afgestudeerden uit het staatsonderwijs. ‘Ik zou bijna willen spreken van nihilisme onder arme jongeren, de idee dat het geen zin heeft je best te doen.’ Toch is El Aoufi overtuigd dat de ingezette hervormingskoers uiteindelijk meer gelijkheid op de arbeidsmarkt in Marokko zal brengen.