donderdag, juli 24, 2008

Persvrijheid Marokko. Konings wil is wet

Over bepaalde zaken schrijf je niet, vinden journalisten.

Artikel verschenen in de Pers, 21 juli 2008

Marokko: ‘persvrijheid in 2008 verslechterd’, ‘Marokkaanse journalisten nooit helemaal veilig’. Het zijn de alarmerende conclusies van Reporters Without Borders naar aanleiding van de rechtszaak tegen al-Jazeera-Marokko directeur Hassan Rachidi. Die ontsnapte onlangs aan een gevangenisstraf maar kreeg wel een boete van 4.500 euro voor ‘het verspreiden van valse informatie die destabiliserend had kunnen werken’. De Qatarse satellietzender meldde vorige maand dat tijdens rellen in de Zuid-Marokkaanse havenstad Sidi Ifni bij botsingen met de politie demonstranten waren omgekomen. Ook zond al-Jazeera diezelfde dag de ontkenning van de autoriteiten uit.

Respect voor de koning, de islam, je land; voor veel journalisten is het de meest natuurlijke zaak – het gaat om nationale trots – en daarom schrijven ze over bepaalde kwesties niet. Doen ze dat wel, dan riskeren ze hoge boetes, een gevangenisstraf of een verbod op beroepsuitoefening. Volgens veel journalisten heeft dit echter niets met censuur te maken.

Toch is de Marokkaanse pers verdeeld over de vraag of de aanklacht tegen al-Jazeera gerechtvaardigd was of niet. Veertiger Mustapha Khalfi, hoofdredacteur van het invloedrijke islamitische dagblad Attajdid heeft weinig moeite met de ‘rode lijnen’ in Marokko’s perswet. ‘De vrijheid van meningsuiting impliceert niet dat je het recht hebt discriminatie te bevorderen of religie aan te vallen’, zegt Khalfi. ‘Zo staat dat ook in de universele mensenrechtenverklaring van de VN.’ Attajdid, gelieerd aan de islamistische partij PJD en toonaangevend in het religieuze debat, riep als eerste Marokkaanse krant op tot geweldloos protest tegen de Deense karikaturen, waarna de overheid prompt demonstraties organiseerde. Maar Attajdid noemt het proces tegen al-Jazeera een schending van de persvrijheid. Khalfi: ‘Het was een politiek proces dat meer te maken had met de spanning tussen al-Jazeera en de Marokkaanse overheid, dan met de berichtgeving over Sidi Ifni’, zegt hij. ‘De zender handelde professioneel.’

‘Bepaalde grenzen moet je gewoon niet overschrijden’, reageert journaliste en twintiger Bouchra Azour van het staatspersbureau MAP (Maghreb Arabe Presse). ‘Dat is geen zelfcensuur, maar een professioneel bewustzijn.’ In zijn berichtgeving volgt MAP strikt de overheidslijn.

Opvallend was dat internationale media, die het nieuws van al-Jazeera over de vermeende doden overnamen, niet voor hoefden te komen. Heel begrijpelijk, zo legt een Marokkaanse journalist uit die de aanklacht steunt. ‘Al Jazeera heeft in Marokko enorm gewicht. Denk aan hoe CNN tijdens de eerste Golfoorlog de beeldvorming volledig domineerde, terwijl je lang niet alles kon geloven. Er zijn mensen die Marokko naar beneden willen trekken, omdat sensatiejournalistiek verkoopt.’

Bij het MAP tikt journaliste Bouchra stevig door aan haar artikel over Sarkozy’s plannen voor een Mediterrane Unie, waarvan het koningshuis groot voorstander is. Intussen geeft de redacteur Koningszaken de eerste berichten door van de vier koningscorrespondenten over het bezoek van de Spaanse premier Zapatero aan Mohammed VI.

Die middag nemen koningsactiviteiten de gebruikelijke prominente plek in binnen MAP’s berichtenstroom. In de wereld van Marokkaanse journalisten is de koning altijd aanwezig.