donderdag, september 04, 2008

'ze willen één stem horen'

gepubliceerd in het Parool, 3 september 2008

In zijn werkkamer in Rabat oogt Hassan Rachidi (51), directeur van Al Jazeera Marokko, ontspannen. Hij schuift het raam wat verder open en excuseert zich voor zijn roken. ''Een slechte eigenschap van journalisten.'' In afwachting van zijn hoger beroep, en omdat zijn persaccreditatie is ingetrokken, vult Rachidi, die ooit voor de Wereldomroep werkte en daar een Nederlands paspoort aan overhield, zijn dagen met mailen en de administratie. Zijn team mag wel sinds een week het land weer in om te filmen. Al is de autorisatie voorlopig één maand geldig.

Begin juni meldde de Qatarse zender dat in de zuid-Marokkaanse havenstad Sidi Ifni volgens lokale mensenrechtenorganisaties doden waren gevallen bij botsingen tussen de politie en demonstranten. Al Jazeera zond ook de ontkenning van de overheid uit, maar Rachidi moest alsnog voorkomen. Hij had de 'nationale eenheid' op het spel gezet; naast de islam en het koningshuis één van de heilige huisjes in Marokko's perswet.

Achmed Benchemsi, hoofdredacteur van het franstalige weekblad Tel Quel hangt al een jaar een gevangenisstraf boven het hoofd omdat hij in een commentaar twijfelde aan de oprechtheid van de wens van Mohammed VI Marokko te democratiseren. Eerder kreeg het Arabischtalige zusterblad Nichane een publicatieverbod en hoge boete voor het publiceren van populaire moppen over de voormalige koning en de profeet Mohammed.
Weken beheerste de rechtszaak van Rachidi de koppen in de Marokkaanse pers. 'Al Jazeera gemuilkorfd'. Of juist: 'wie wil Marokko destabiliseren? Marokkanen waren voor of tegen hem. Op 11 juli ontsnapte hij aan een gevangenisstraf, maar kreeg wel een boete van 4500 euro opgelegd voor 'het verspreiden van valse informatie' die destabiliserend had kunnen werken.

Waar liep het mis? Volgens Rachidi vanaf september vorig jaar, tijdens de verkiezingen. ''De autoriteiten beschuldigden ons ervan de islamisten te veel aan het woord te laten. Ten onrechte, want wij dicteren onze kijkers niet hoe ze moeten denken. Wij kiezen geen partij. Onze hoofdredactionele lijn schrijft voor dat we altijd de twee kanten van een verhaal moeten tonen. Maar het is lastig in de Arabische wereld daarin een balans te vinden. Mensen willen slechts één stem horen.''

De relatief grote persvrijheid in Marokko was voor Rachidi reden om begin 2000 in Doha te pleiten voor het lanceren van een regionaal nieuwsbulletin vanuit Rabat. ''Marokko is het enige land in de Maghreb waar de regering niet het monopolie op de audiovisuele media heeft. De Europese pers is overal verkrijgbaar.''

Hij roemt de zich steeds uitbreidende Marokkaanse pers, elke maand verschijnen nieuwe titels op de markt. In 2003 kregen zijn plannen groen licht. ''De Marokkaanse autoriteiten hebben ons vanaf de allereerste dag goed ontvangen.''
Die presenteerden de komst van de satellietzender trots als bewijs van openheid.

In november 2006 werd het eerste Maghreb nieuwsbulletin een feit. Het programma trok al snel een miljoenenpubliek. Hoe hij dit succes verklaart? ''Wij hadden altijd al veel kijkers in de Maghreb, maar ons nieuws ging nooit over hen.'' Rachidi wilde de Arabieren van Libanon tot Soedan laten zien wat in de Maghreb speelt, maar ook de Noord-Afrikanen een spiegel voorhouden. De problemen van dichtbij benaderen.

Ook op andere manieren ziet hij zijn Journal du Maghreb het medialandschap veranderen. ''In Marokko kun je geen kranten uit buurlanden kopen. Niemand kent elkaar. De landen richten hun aandacht traditioneel op Europa, de VS en het Midden Oosten. Na onze uitzending over de verkiezingen in Mauritanië, begonnen de Marokkanen zich plots voor dat land te interesseren. Ook de Marokkaanse en de Algerijnse TV stuurden er daarna een ploeg heen. Toen wist ik dat ons project voor toenadering kan zorgen. En dat is onze rol als journalist.''

Rachidi erkent dat de grote invloed van Al Jazeera voor de overheid reden is de zender extra in de gaten te houden. Haar verwijt dat het nieuwsbulletin te zeer de zwarte kant van de Marokkaanse actualiteit belichtte, kwam aan. ''Marokko heeft op veel terreinen vooruitgang geboekt. Daar moesten we ons misschien meer voor interesseren.'' Inderdaad, na deze kritiek deed hij bewuster zijn best ook de positieve ontwikkelingen aandacht te geven. ''Dat zie ik niet als een handicap. Het werd ons niet opgelegd. Maar soms let je niet op zaken die toch ons werk hier kunnen faciliteren.''

Het mocht niet baten. De spanning was al te hoog opgelopen. Dat zijn rechtszaak er alle schijn van heeft vooral een politiek proces te zijn, is een stelling waar Rachidi niet op ingaat. Zijn verontwaardiging richt zich op de juridische fouten. ''Ik ben er nog steeds van overtuigd dat wij geen enkele professionele misstap hebben begaan.''

Daarom is hij ook tegen de uitspraak in beroep gegaan. Hij bestrijdt het verwijt dat Al Jazeera te traag de overheidsontkenning van doden in Sidi Ifni meldde.
''Wij hebben deze ontkenning vanaf de allereerste berichtgeving meegenomen. Het bewijs staat op cd. Maar de rechter weigerde die te bekijken.'' Zijn vertrouwen in het juridische apparaat heeft hij desondanks niet verloren, zegt Rachidi.
''Ik denk dat er wijzen in dit land zijn geweest, die beseften dat er een juridische fout is gemaakt en deze wilden corrigeren. Daarom kreeg ik geen gevangenisstraf.''

Op 10 september moet Rachidi weer voorkomen. ''Tot die dag doe ik als De Gaulle en geef ik tijd aan de tijd. Dit is een periode van reflectie. Voor de Marokkanen, voor Al Jazeera. Het is nooit te laat om fouten te corrigeren.''

Geen opmerkingen: